Kürtőskalács (Boomstammen)

Vorige week schreef ik al dat ik niet kon wachten om te experimenteren met de nieuwe breadsticks. Nou dat hebben we gedaan hoor! Vanmiddag ging de vuurschaal aan en hebben we de breadsticks uitvoerig getest.

Gezellig!
Gezellig!

Ik kreeg hulp van onze oudste dochter die speciaal twee vriendinnetjes mee had genomen van school. Want je hebt toch meer van die stokken? Tja, zoveel logica.. daar kan ik niet tegen op. De dames wilden maar al te graag een mini variant van de traditionele Hongaarse Kürtőskalács, of te wel boomstammen uitproberen. Dit uniek gebak komt uit de streek Zevenburgen in Hongarije. Daar worden ze bereid op een houten rol van ongeveer 40 cm lengte en 10 cm omvang. Om deze houten rol worden reepjes gistdeeg gewikkeld die geglazuurd worden met eidooiers, honing, suiker of noten. De houten rol wordt dan langzaam draaiend boven een houtskool vuur gebakken.

Kürtőskalács
Hongaarse Kürtőskalács

Voor deze variant hebben we geen houten rol gebruikt, maar een breadstick. Een stok met aan het uiteinde een metalen kegel waar je het deeg omwikkelt.

Bread and biscuit sticks
Bread and biscuit sticks

In plaats van noten hebben we kaneelsuiker gebruikt, dat maak je eenvoudig door wat kristal suiker te mengen met wat kaneel. Ik voeg er ook altijd nog een beetje kardemom aan toe. De juiste hoeveelheid is een kwestie van smaak. Hieronder vindt je het recept, in plaats van dit deeg kun je ook vers croissantdeeg uit het koelvak van de supermarkt gebruiken. Dat scheelt wat tijd en voldoet prima.

IMG_3989
Croissantdeeg

 

Wat heb je nodig?

Voor het deeg:
30 gram verse gist of 1 zakje gedroogde gist
800 mililiter melk
1 kilogram bloem
1 ei
3 eidooiers
100 gram boter
5 eetlepels poedersuiker

Voor het glazuur:
1 ei
(kaneel)suiker
eventueel honing
fijngehakte walnoten of amandelen

IMG_3977
Glazuren met kaneelsuiker

Aan de slag:

Kneed van alle ingrediënten voor het deeg een stevig gistdeeg, dat je een uur op een warme plek laat rijzen. Pluk van het gerezen deeg een stuk af, rol dat tot een deegsliert van een halve centimeter dikte en draai dat om de kegel van je breadstick. Als je croissantdeeg gebruikt, neem dan een driehoek en draai dat om de kegel.

Klop het ei los en bestrijk je deeg ermee. Als je een echte zoetekauw bent en niets geeft om plakkerige vingers dan bestrijk je het deeg ook met wat honing. Bestrooi het nu met wat (kaneel)suiker en/of de fijngehakte noten. Bak je brood boven de gloeiende kolen langzaam draaiend gaar, zorg ervoor dat er geen vlammen meer zijn. Dat voorkomt dat je brood verbrand.

Bijna klaar!
Bijna klaar!

Heb je niet de beschikking over een breadstick? Geen nood, een goede stok of tak werkt ook. Daarbij is het belangrijk dat je let op de volgende zaken:

– Gebruik geen stokken die veel hars bevatten, zoals van een dennenboom. Eikenhout is ideaal.

– Ontdoe het gedeelte waar je het deeg omwikkelt van schors.

– Houdt rekening met je baktijd. Bij gebruik van een gewone stok gaart het brood niet van binnenuit, je zult dus langer moeten bakken. Maak de afstand tussen de gloeiende kolen en je deeg iets groter om te voorkomen dat de buitenkant verbrand.

IMG_3988
Zowel warm als koud zijn ze heeeerlijk!!

jó étvágyat!