Dit blog gaat over het koken op houtvuur, maar hoe maak je nu een goed vuur? Nou, dat is toch niet zo moeilijk?? Je neemt wat hout, gooit er wat spiritus of iets dergelijks overheen, dat steek je aan en klaar ben je..
Dat is inderdaad een methode, en het zal ook wel werken als je niet teveel of te lang hoeft te koken. Maar een kookvuur zou ik het niet noemen. Voor een goed kookvuur op hout heb je twee vuren nodig, tenzij je een driepoot gebruikt om je ketel of Dutch Oven in te hangen. In dat geval volstaat een vuur.
Het ene vuur gebruik je om daadwerkelijk in te koken, het andere gebruik je om gebruiksklaar houtskool in te maken. Het koken doe je op deze kooltjes. Dit vuur steek je een half uur tot een uur aan voor je begint met koken. Gebruik voor dit vuur alleen kleine stukjes hout. Het hout moet namelijk helemaal verbranden tot houtskool, bij grotere stukken hout duurt dit te lang. Als je mooie gloeiende kooltjes hebt kun je beginnen met koken. Je haalt de kooltjes met een schepje uit het vuur en hiermee maak je het kookvuur. Dit kookvuur vul je steeds aan met kooltjes uit het houtvuur. Voor deze methode heb je behoorlijk wat hout nodig.
Je kunt ook briketten gebruiken, deze blijven langer warm dan houtskool waardoor je er minder van nodig hebt. De briketten zijn gebruiksklaar er een grijze laag over de briketten zit en ze gloeien als je er op blaast. Dit duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier. Om je briketten aan te steken kun je wel heel goed een brandbare vloeistof gebruiken. Doe dit alleen met de eerste lichting briketten!! Als je deze branden kun je meer briketten aansteken door ze tegen de al brandende briketten aan te leggen, ze steken elkaar dan aan. Je haalt de briketten weg die je nodig hebt voor het koken. Leg deze briketten plat neer in een schaakbord patroon (zie hieronder).
Gaat het kookproces te hard, dan haal je wat briketten weg. Gaat het te langzaam, dan voeg je wat toe. Zo kun je eenvoudig de temperatuur controleren. Als je de Dutch Oven gebruikt en je wilt warmte van boven toevoegen, leg dan de briketten zoveel mogelijk gelijkmatig verdeeld over het deksel. Zo wordt ook de warmte zo gelijkmatig mogelijk verdeeld.
Een combinatie van beide methodes is natuurlijk ook mogelijk. Gebruik een houtvuur om je briketten aan te steken, dat kan ook met een brikettenstarter. Op deze manier heb je het plezier van het fikkie stoken met de controle van briketten. Je kunt vast wel raden wat mijn voorkeur heeft…
En natuurlijk zorg je voor de brandveiligheid. Een emmer water en/of een emmer zand heb je uiteraard klaar staan om snel te kunnen blussen!