De Vuurmeester gaat over koken op hout.. Over koken gaat het regelmatig, dus wordt het hoog tijd dat we het eens gaan hebben over hout.
Verschillende hout soorten hebben verschillende brandeigenschappen. Hoe dichter/zwaarder het hout, hoe langer en heter het brand maar ook hoe lastiger het aan te krijgen is. Hieronder een aantal veelvoorkomende houtsoorten:
Berkenhout:
De berk bevat veel natuurlijke oliën en heeft daardoor een hoge brandwaarde, berkenhout heeft als voordeel dat er niet tot nauwelijks vonken vanaf spatten. De schors van de berk is heel goed te gebruiken om het vuur aan te steken. Bovendien geeft berkenhout hele mooie kooltjes.
Het nadeel van berkenhout is dat het snel gedroogd moet worden. Het verliest namelijk snel aan kwaliteit als het eenmaal aangetast wordt door zwammen en schimmels. Iets wat je regelmatig aantreft in zakken haardhout uit de bouwmarkt.
Sparrenhout:
Het hout van de spar brandt gemakkelijk en geeft snel veel warmte. Door de structuur van het hout is het ook gemakkelijk te kloven. Dit maakt sparrenhout ideaal voor het gebruik van aanmaakhout.
Als hout om op te koken vind ik sparrenhout minder geschikt, het verbrand t
ot as en geeft nauwelijks kolen. Het hout van de spar knettert en vonkt veel door de structuur van het hout en doordat er harszakjes in het hout zitten. Deze laatste ploffen wat zorgt voor het kenmerkende knetteren. In houtgestookte fornuizen en bakovens is sparrenhout wel goed te gebruiken omdat het snel en gelijkmatig brand.
Zoals gezegd gebruik ik het hout van de spar het liefste als aanmaakhout.
Eikenhout:
Eikenhout heeft een grote reputatie als het gaat om onverwoestbaarheid en degelijkheid. Niet voor niets werden in het verleden schepen, kathedralen en galgen gemaakt van eikenhout. De belangrijkste reden daa
rvoor is dat eikenhout extreem hard en taai is.
En juist daarom is het ook heel geschikt als brandhout. Het geeft langdurig veel warmte en er blijven mooie kolen van over. Ga je gerechten maken die veel tijd nodig hebben, dan is eikenhout ideaal.
Nadeel van eikenhout is dat het door de hoge dichtheid ook lastig aan te krijgen is. Als het hout nog ruw is kun je eikenhout gemakkelijk kloven, is het eenmaal droog gaat dat een stuk lastiger.
Essenhout:
Essenhout is heel taai en sterk en heeft dus een hoge dichtheid. Het grote voordeel van essenhout is dat het weinig vocht bevat, hierdoor is essenhout snel te gebruiken om te stoken. Maar hoe drogen is wel beter. Qua brand eigenschappen is essenhout te vergelijken met eikenhout maar is gemakkelijker te kloven.
Beukenhout:
Beukenhout heeft een van de hoogste brandwaarden van alle bomen die hier voorkomen. Het heeft net als de eik en de es een hoge dichtheid waardoor beukenhout langdurig warmte afgeeft. Beukenhout kun, net als eikenhout, je het beste kloven als het vers is.
Er zijn natuurlijk nog veel meer houtsoorten die gebruikt kunnen worden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld iepenhout, populierenhout, wilgenhout en lijsterbes. Deze houtsoorten tref je minder vaak aan als brandhout. Het hout van fruitbomen wordt veel gebruikt als smaakmaker aan producten. De rook van deze soorten geeft een heerlijk aroma.
Er zijn ook houtsoorten die je beter niet kunt gebruiken denk aan kastanje, larixs, lin
de en taxus. De laatste is zelfs giftig en zou ik zeker mijden.
Let bij aanschaf en gebruik van hout goed op hoe het er uitziet. Zoals ik al schreef tref je in de zakken haardhout van de bouwmarkt vaak verschimmelde of met zwammen bedekte stukken hout aan. Deze voldoen prima in een vuurkorf of kampvuur, maar zijn niet geschikt om op te koken.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor behandeld of geverfd hout. De geschiktheid voor een vuurkorf is erg afhankelijk van de relatie met je buren..