De Dinwiddie ringmethode

In een eerder blog schreef ik al eens over de ringmethode, een methode waarbij je door het plaatsen van de briketten in een ring, je een optimale warmteverdeling krijgt. Dat werkt met name bij het bakken erg goed… het heeft echter een klein nadeel, zodra de briketten opgebrand raken, neemt ook de temperatuur af. En dat wil je natuurlijk niet! Nu heeft een briket grofweg een brandduur van drie kwartier, lang genoeg voor veel bereidingen. Maar als langer verreist is, dan wordt het lastig.

Een tijd terug kwam ik echter de Dinwiddie methode tegen. Vernoemd naar de bedenkers van deze methode… Duane Dinwiddie en zijn vrouw Sandy.

Zij bedachten een methode waarbij je werkt met 4 soorten warmte. Warm, Medium, Heet en Heel heet.

Door het plaatsen van meerdere ringen van briketten bereik je de gewenste wamte. Om deze warmte vast te houden dien je ook een gelijkmatig oppervlak te voorzien van brandende briketten.

Het mooie van deze methode is dat het niet uit maakt welk soort briket je gebruikt (de ene soort brand langer dan de andere). En is geschikt voor vrijwel alle bereidingswijzen.

Hele ringen worden geplaatst in een enkele laag, zo dicht mogelijk tegen elkaar aan. Driekwart, halve en kwart ringen worden geplaatst met een regelmatige tussen ruimte. Zorg dat de ringen elkaar raken.

 

De Dinwiddie methode schrijft voor dat onderop, in lijn met de buitenwand van de DO, een hele ring wordt geplaatst. Ik, en anderen met mij, hebben gemerkt dat dit wat veel van het goede is. Je loopt het risico dat je gerecht aan de onderkant verbrand. Ik gebruik ongeveer de helft van de diameter, minus 2-3 briketten,van de DO in briketten voor de onderkant.

Voorbeeld:

Mijn 3QT DO heeft een diameter van 25 cm, gemeten aan de bovenzijde. Ik gebruik voor de onderste ring dan:

25/2= 12,5 afgerond= 12

12-2= 10 briketten

Ik rond bewust naar beneden af om zeker te weten dat ik niet alsnog teveel gebruik. Mocht tijdens het koken blijken dat het te weinig is, kan ik altijd briketten toevoegen.

Maar zoals altijd gaat er niets boven je eigen waarneming! Kijk wat voor jou het beste werkt!