Zolang als ik mij kan herinneren werd er bij ons thuis gebakken, ik heb het wel eens beschreven in een eerder blog. Mijn moeder vooral gebak, mijn vader brood. Het gebak van mijn moeder moest altijd eerst in de vriezer, dat was voor “later”. Geloof me.. er is niets erger dan dat het hele huis ruikt naar appeltaart en dergelijke maar je mag er niets van proeven.
Mijn vader zijn brood daarin tegen.. Daar werd zelfs extra van gebakken omdat er na het bakken, ook geproefd moest worden. Een standaard ritueel op de zondagavond.. vers gebakken brood, nog warm van de oven, met een plak kaas en als je geluk had.. met roomboter! En nog altijd wordt er bij mijn ouders thuis gebakken, gelukkig is het vriezer beleid van mijn moeder iets versoepelt.
Voor mij is het broodbakken een van de dingen die me het meeste voldoening geven bij het gebruik van de Dutch Oven. Bakken is zeker niet de eenvoudigste techniek, alles luistert erg nauw. Van het zetten van het deeg tot de warmteverdeling onder en boven je Dutch Oven. De kans dat je baksel verbrand is levensgroot.
Maar de aanblik van een mooi gebakken brood als je het deksel optilt en de geur van vers gebakken brood.. Onbeschrijfelijk! En een plak van zo’n brood met roomboter en kaas? Dan ben ik direct terug bij de zondagavonden uit mijn jeugd.
Eigenlijk bak ik veel te weinig in mijn Dutch Oven, gelukkig kwam Linda eind vorig jaar met de vraag of ik ook een workshop broodbakken kan organiseren ( ik was je nog niet vergeten Lin 😉 ). Die workshop die komt er, maar eerst moet er even goed gekeken worden naar hoeveel tijd ik kwijt ben aan iedere soort brood die ik aan de orde zou willen laten komen. Brood bakken is nu eenmaal een tijdrovende bezigheid.
Vandaag was weer een mooi moment om eens een brood te oefenen. Vandaag kwam er een breekbrood van melkbollen van het vuur. Melkbollen bevatten, de naam zegt het al, melk. Het zorgt voor een zachte structuur en een mooie bruine kleur.
Wat heb je nodig?
650 gram bloem
25 gram boter
350 milliliter melk
14 gram droge gist (2 zakjes)
20 gram zout
3 eieren
Aan de slag:
Verwarm in een pan de boter en de melk totdat de boter is gesmolten. Laat het boter/melk mengsel afkoelen. Klop ondertussen 2 eieren een beetje los en zet deze apart.
Doe 500 gram bloem, de gist en het zout in een grote kom, zorg dat het zout en de gist niet direct met elkaar in contact komen. Meng het geheel samen met het boter/melk mengsel door elkaar. Ik heb gebruik gemaakt mijn keukenmachine met een mengvlinder in plaats van een deeghaak.
Voeg in gedeelten het los geklopte ei toe, kneed tot een elastisch deeg. In de keukenmachine heb ik het ongeveer 10 minuten laten draaien.
Doe het deeg in een bebloemde kom, dek af met een vochtige theedoek en laat op een warme plaats een uur rijzen of tot het deeg in volume is verdubbeld.
Verdeel het deeg in gelijke porties en draai er bolletjes van. Begin met een grotere bol, dit wordt het midden van je brood. Bekleed de Dutch Oven met wat bakpapier. Plaats de groter deegbol in het midden, leg hier vervolgens kleinere bollen omheen, net zolang tot de bodem van de pan bedekt is.
Tip van Peter: om te voorkomen dat de bodem van je brood verbrand kun je onderin je pan eerst een dekselsteun plaatsen, daarop wat bakpapier en vervolgens je deeg.
Klopt het laatste ei los en bestrijk de bovenkant van de bollen met een beetje ei. Bak het brood op ongeveer 190 graden Celcius. Ik gebruik de ringmethode voor een zo gelijkmatig mogelijke warmteverdeling.
Je kunt het deeg natuurlijk ook verwerken tot gewone bollen.
Eet smakelijk!